Een dag helpen bij SGL zondag 12 april 2015

Leuk stuk over trainer Frans!!

NL doet: een dag helpen bij SGLingezonden stukzondag 12 april 2015

NL doet: een dag helpen bij SGL

Op de jaarlijkse NL doet dag zijn we als vrijwilligers namens Lijst Borger samen naar het activiteitencentrum (AC) Brunssum gegaan. In dit ruime pand, waar SGL participatie en samenwerking uitdraagt, organiseert het AC een voorjaarsmarkt om de scouting uit de brand te helpen. Letterlijk en figuurlijk: de voorjaarsmarkt is een financieel steuntje in de rug voor de wederopbouw van het in januari 2014 afgebrande scoutingsgebouw. Samen met andere welzijnsorganisaties en Lijst Borger proberen SGL cliënten met stands en workshops bezoekers te verleiden om o.a. werkstukjes te maken of te kopen. Cup cakes worden verkocht en koffie is aanwezig.

We verdelen de taken en diverse Lijst Borger leden gaan aan de slag met houtbewerking. De handen worden letterlijk uit de mouwen gestoken. Wij doneren onderwijl in diverse ruimtes onze gele pennen en ballonnen en komen na een paar rondjes over de voorjaarsmarkt in contact met de opbouwers van allerlei sportmateriaal. We stellen ons voor en vragen of we een handje kunnen helpen. Al snel luisteren we geboeid naar een bevlogen sportinstructeur en rijpt het plan om zijn verhaal naar buiten te brengen. We spreken af om hem ’s middags te helpen en vooraf samen om tafel te gaan zitten voor een spontaan interview.

Het interview

We spreken met Frans Verhaegen 45 jaar oud, getrouwd en trotse vader (misschien een cliché, maar zo waar) van twee zoons die hij ook gelijk op zijn mobiele telefoon laat zien: Seth van 15 en Cas van 10. Jongens met al net zo’n stoere uitstraling als hun vader. )
Frans is een enthousiast verteller en gedreven sportman, die aanwezig is om namens SGL een aantal activiteiten te presenteren waarmee Frans binnen SGL een zinvolle rol speelt bij de ondersteuning van de doelgroep. Carla en Paul gaan namens Lijst Borger in gesprek met Frans.

Grootgebracht met sport, door een vader die zelf zeer behoorlijk bokste en een oom die ook zijn mannetje stond, kon het niet anders dat ook Frans in de boks scene terecht kwam. Met ontwapenend enthousiasme steekt hij van wal.

Ik sportte al vroeg. Toch begon ik op mijn 7de eerst met judo. Ik werd met het jaar beter en had veel plezier in judo, maar het niveau wat je in Limburg kon bereiken lag wat minder hoog dan in het Westen. Ik kon alleen boven de rivieren terecht waar men al verder was in die tijd met de begeleiding van talenten buiten hun thuissituatie. Denk aan de familie van der Geest, zoals die talentvolle pupillen opleidden, ja, dan had ik dus uit huis gemoeten. Boksen bood toen ook meer sportieve mogelijkheden dan judo, dus mijn interesse in boksen was ook daarom groot. Mijn ouders vonden echter dat ik tot mijn 18e moest wachten om wedstrijden te boksen. Dus op mijn 18e wisselde ik pas echt van sport. En in dat boksen heb ik veel van mijn drive kwijt gekund. In de hoofdklasse A bij de amateurs heb ik de top 3 gehaald, ook heb ik in de Bundesliga gebokst.

Tegelijkertijd was het ook de periode dat ik in dienst ging, een keuze waar mijn vader best trots op was. Hij was een stoere sterke man en hij vond het leger een goede keuze. Bij Defensie was ik zo’n 4 jaar Sergeant sportinstructeur; ik heb daar met ongelofelijk veel plezier gewerkt, maar kwam ook daar op het punt weer te moeten kiezen: verder met Defensie of iets anders. Wat meesmuilend vertelt Frans verder: Mijn vrouw maakte de beslissing gemakkelijk. Toen ik thuiskwam met de brief waarin mijn toekomst bij Defensie binnen het korps commando troepen als Sergeant 1. sport geregeld werd, wees ze naar mijn koffers en zei: “Ik heb ook een brief voor je. En je koffers staan klaar, daar in de hoek. Of wij gaan samen verder, of je kunt je helemaal uitleven bij Defensie. Maar daar heb je mij niet bij nodig”.

Uiteraard heb ik voor mijn vrouw gekozen en hebben we samen een mooi leven met twee geweldige zoons.

Mijn keuze voor het gezinsleven maakte het wel moeilijker om op dezelfde manier door te gaan met boksen, dus ik besloot niet alleen het leger vaarwel te zeggen, maar ook meer als instructeur aan de slag te gaan. Ik heb na mijn diensttijd trouwens ook nog bijna 11 jaar als vrijwillig politieagent gewerkt en 1 jaar als docent sport in het POC , en ben ongeveer 15 jaar geleden bij SGL begonnen. Trouwens, uit die tijd herinner ik me nog glashelder een dag waar ik ongelofelijk trots op ben: Bij de opening van het Mosae Forum in 2007 werd Maastricht vereerd met koninklijk bezoek en ik mocht samen met enkele collega’s urenlang het koninklijk echtpaar Maxima en Willem Alexander begeleiden!
Wat ik de laatste 15 jaar vooral ervaren heb, is dat de maatschappij ook heel andere kanten heeft, dan die jij als jongere meemaakt. Lol hebben, sporten, met vrienden uitgaan, voor vele mensen is dat om verschillende redenen niet weggelegd. Bij de politie maakte ik mee wat er zoal bij probleemjongeren speelt. Later, bij SGL kreeg ik te maken met de problemen die mensen hebben als ze gehandicapt raken, of andere beperkingen kennen. SGL is een goede leerschool om te ontdekken hoe de maatschappij echt in elkaar steekt!

In mijn eigen familieleven werd op een gegeven moment mantelzorg ook heel belangrijk en zo ben ik toen steeds meer sociaal bewogen geraakt en heb uiteindelijk een belangrijk deel van mijn leven gestopt in het combineren van mijn liefde voor sport met mijn compassie voor de medemens die het minder getroffen heeft in het leven. Ik ben blij dat ik nu al weer jaren sport op bewegings-agogisch vlak mag toepassen en uitdragen binnen en buiten SGL, als hulpmiddel om mensen wat langer zelfstandig en meer zelfredzaam door het leven te kunnen laten gaan.
Hoe komen mensen eigenlijk terecht bij SGL, Frans? Vooral via een verwijzing, indicatie door ziekenhuizen, specialisten en huisartsen. Net als bij de WSW is er voor de doelgroep overheidsgeld waardoor de mensen door professionals, ondersteund door vele vrijwilligers, op goede wijze geholpen kunnen worden.

Onderwijl is het al weer tijd voor Frans om weer met sport en spel te laten zien hoe SGL haar cliënten ondersteunt. Met een speciaal circuitje kunnen gezonde mensen ervaren hoe het is om met beperkte motoriek, zicht en/of evenwichtsstoornis je voort te moeten bewegen. Ook is een mini-“spel zonder grenzen” door Frans opgezet waar cliënten van SGL onderling op vriendschappelijke wijze “strijden” voor de eer en… 2 prijzen! Met veel plezier hebben wij die middag Frans en de bezoekers geholpen.

Over SGL: SGL staat voor Stichting Gehandicaptenzorg Limburg. Een organisatie als SGL ondersteunt, begeleidt en verzorgt cliënten met hersenletsel en/of een lichamelijke handicap. Die ondersteuning kan te maken hebben met de behandeling, een dagbesteding, begeleiding thuis, logeren en wonen. Het doel? Deze mensen helpen het maximale uit hun eigen leven te halen.

Financiering van specialistische zorg is veelal op basis van wetgeving en subsidie; en per januari 2015 is er veel veranderd in de zorg. Er zijn twee nieuwe wetten in werking gegaan: De Wmo ( Wet maatschappelijke ondersteuning ) en de Wlz ( Wet langdurige zorg ). SGL kent beide leveringsvormen en werkt samen met gemeente en zorgkantoren om deze zorg te bieden.

In de langdurige zorg liggen de behoefte en eigen mogelijkheden van de mensen centraal zodat ze zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. Hierbij wordt de naaste omgeving, zoals familie en vrienden ingeschakeld. Via de gemeente kan zo nodig ondersteuning geboden worden vanuit de wet Wmo in de vorm van begeleiding, dagbesteding of huishoudelijke hulp.
Heeft iemand de hele dag intensieve zorg en toezicht dichtbij nodig dan heeft deze persoon recht op passende zorg met verblijf in een zorginstelling. Het gaat dan om zware zorg voor kwetsbare ouderen en gehandicapten. Thuis (blijven) wonen met zorg kan ook. Maar alleen als de zorg verantwoord is en de kosten niet hoger zijn dan de opname in een instelling. Deze zorg komt ook uit de wet langdurige zorg. Dit is de opvolger van de huidige AWBZ.

Bron: www.rijksoverheid.nl en www.sgl-zorg.nl